Geschiedenis
Het pand
Het pand, al eeuwenlang bekend onder kadernummer C 3522, tot 1876 tevens onder wijk 5 nummer 76, en sindsdien wereldberoemd in Delft onder nummer 42, stamt uit de 18e eeuw.
Voor die tijd was er nog geen sprake van een pand, maar stonden er twee afzonderlijke huizen, hetgeen nog goed te zien is aan de plattegrond en de voorgevel. De ogenschijnlijk regelmatige voorgevel vertoont een kleine afwijking. Zo zijn de afstanden tussen de vensters aan de linkerkant van het huis groter dan aan de rechter kant. Ook de plaats van de beide dakkapellen recht boven de vensters correspondeert niet precies met de kap erachter. Zetten we de schaar in de voorgevel, dan wordt duidelijk dat het oorspronkelijk twee panden waren. Hiervan was het linker pand iets breder dan het rechter pand en grensde het aan een steegje.
De twee panden waren gebouwd op de uit de Middeleeuwen stammende voorgeschreven perceelbreedten en zijn vermoedelijk pas in de 18e eeuw aan elkaar gekoppeld. De uitwendige koppeling vond plaats tussen 1800 en 1825 in de vorm van een brede lijstgevel met 6 vensters, 2 dakkapellen met gebogen frontonsen en een stoep met twee stoeppalen. Ook werd de poort van het steegje naar de tegenwoordige muizenis in het gevelbeeld opgenomen. De gevel is opgetrokken in de zogenaamde ’empire-stijl’, welke zich kenmerkt door een verdere versobering van de Lodewijk XVI-stijl. De veel onderhoud vergende trapgevels werden (zoals op zeer veel plaatsen in Delft) vervangen door een sobere lijstgevel, een eenvoudige deuromlijsting met pilasters en geprofileerde vensteromlijstingen. Het pand bevat volgens de monumentenlijst nog verscheidene deuren uit de 18e eeuw, waarschijnlijk gesitueerd op de begane grond. Het terrein waarop het pand staat, is inclusief tuin 3 aren en 14 centiaren groot.